Macrofotografie is dichtbijfotografie. De allermooiste macrofto’s maak je met een speciale macrolens – een lens die zeer dichtbij kan scherpstellen en die in dit macro-beriek ook op z’n scherpst is – op een spiegelreflexcamera of een systeemcamera. Met name op full frame camera’s, en in iets mindere mate ook op crop-sensor camera’s, kun je met een goede macrolens een fantastische bokeh krijgen, een Japans woord voor een mooie, vloeiende onscherpte.
Ook kun je gebruik maken van tussenringen en voorzetlenzen op een gewoon objectief om macrofoto’s te maken. Vooral vaste lenzen met een wat langer brandpunt zijn hiervoor zeer geschikt. De macrostand op een van je zoomlenzen kun je ook proberen voor close-ups. Bedenk wel dat de verschillen in kwaliteit zeer groot zijn tussen de verschillende zoomlenzen met een macrostand. Compactcamera’s, en zelfs smartphones, worden tegenwoordig ook steeds beter in het macro-gebied. Ook kun je voorzetlenzen op een compactcamera zetten. Dit geldt tegenwoordig ook voor smartphones.